Circulaire transitie van afval naar kringloop
In het tijdperk waar velen duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, gonst het van allerlei kreten zoals C2C, van wieg tot wieg, circulaire transitie. Alles met het doel de CO2-emissie terug te dringen. Ook in de bouw- en installatiesector staat circulariteit steeds meer centraal. We kunnen in deze sector niet achterblijven of de ogen sluiten. In 2014 committeerden 40 partijen zich aan een Green Deal door een bijdrage te leveren aan het realiseren van een circulaire economie via een vertaalslag naar gebouwen.
Van wieg tot wieg
In deze vertaalslag is de van wieg tot wieg (C2C) gedachte een essentieel onderdeel. Met C2C wordt voornamelijk bedoelt, dat de toegepaste materialen bij de bouw van een gebouw en installaties van een dusdanige samenstelling zijn, dat aan het einde van de levensduur zoveel mogelijk producten weer opnieuw in de bouwstromen kunnen worden ingezet. Bouwmaterialen en installatiecomponenten krijgen letterlijk een nieuw leven door ze slim te hergebruiken of te reproduceren. Innovatie kan ook in de bouw en installatietechniek ervoor zorgen dat materialen oneindig kunnen worden hergebruikt of gereproduceerd. Er zijn zelfs wat dit betreft al pilots ontwikkeld, waar gebouwen geheel demontabel neergezet en geïnstalleerd zijn. En daardoor dus weer uit elkaar gehaald kunnen worden, waarbij elk onderdeel een totaal nieuw leven kan krijgen in welke vorm dan ook.
Trends
Momenteel is er een duidelijke trend waarneembaar waarin in de bewustwording van hergebruik of recycling van oude materialen gaande is. Deze vorm van circulair bouwen voorkomt, dat een groot aantal materialen op de berg sloopafval belandt en in plaats daarvan weer om te vormen als nieuwe herbruikbare grondstoffen. Kort gezegd kunnen we steeds meer sloopmaterialen afvalstoffen eenvoudig terug in de kringloop brengen.
Bij nieuwbouw van projecten is C2C al tijden een belangrijk issue. De Nederlandse overheid wil in 2023 al volledig circulair aanbesteden. Dit betekent voor de bouw en installatiewereld in ieder geval een andere aanpak dan de traditionele manier van ontwerpen, produceren en bouwen en slopen. Steeds meer ontwikkelaars, bouwers en installatiedeskundigen houden zich met het circulair bouwen bezig. Er ontstaan hierdoor andere samenwerkingsverbanden om in de bouw en installatiesector een optimum in de circulariteit van gebouwen te vinden. Een andere denk- en werkwijze maakt het mogelijk, dat oude materialen weer een nieuw proces in gaan binnen een vooraf bepaalde en gesloten kringloop.
Circulaire transitie
Nieuwbouwprojecten zijn nog altijd ver in de minderheid als het om bouwlocaties gaat. Renovatie of transities heeft sinds jaar en dag een grote voorsprong in bouwend Nederland. Volgens MVO Nederland is nieuwbouw slechts 1% tegen 99% werk aan bestaande bouw. Maar hoe gaan we nu om met circulariteit in de transitie van bestaande bouw?
Je ziet het nog steeds, dat containers vol met bouwmaterialen afgevoerd worden bij de sloop van renovatie- en of herontwikkelingsprojecten. Enige sortering van sloopmaterialen vindt bij verbouw plaats, maar als je de container van af te voeren materialen eens goed bekijkt, gaat er ondanks de goede bedoelingen om de CO2-emissie terug te dringen, nog veel verloren. Bruikbare producten, die nog op velerlei manieren hergebruikt zouden kunnen worden, worden ongemerkt afgevoerd naar de afvalberg.
Circulaire transitie, een systeem waarin herbruikbaarheid van bouwstoffen en materialen centraal staat, is noodzakelijk. Voor gebouwen en installaties betekent ‘circulair’ dat materialen niet alleen eventueel in een andere vorm opnieuw ingezet worden, maar ook dat het gebouw met installaties flexibel en demontabel gebouwd wordt met materialen die geschikt zijn voor een nieuw leven.
Producenten van producten en grondstoffen gaan meer en meer mee in de circulaire transitie en nemen oude producten, materialen en reststoffen terug. Een producent is niet meer alleen verantwoordelijk voor het leveren van zijn producten, maar ook voor het terughalen ervan na gebruik. Vloerbedekking kan tegenwoordig terug naar een tapijtfabrikant die het op zijn beurt recyclet en opnieuw in een andere vorm van vloerbedekking het proces in brengt. Hetzelfde geldt inmiddels al voor plafondplaten, gips, hout, plastic, glas en ga zo maar door. In de semipermanente bouw is circulariteit al een geruime tijd een begrip. Deze bedrijfstak werkt al jaren zo. Semipermanente gebouwen worden voor een korte periode van 5 á 10 jaar neergezet met de wetenschap dat het gebouw of -complex later terugkomt bij de leverancier of producent.
Nog veel te winnen
In de transitie naar circulair bouwen moet de hele ontwikkel- en bouwketen meewerken. En dat geldt voor ieder onderdeel in de keten van ontwikkelaars en bouwers tot aan de eindgebruiker toe. Er is nog veel te doen op allerlei gebieden, zoals voorlichting, regelgeving, technologie, en de marktwerking. Want hoe graag we de doelstellingen van het terugdringen van de CO2-emissie willen, de kosten van het ontwikkelen en neerzetten van een circulair gebouw zijn nog altijd hoger ten opzichte van het traditionele lineaire bouwproces. Bij beiden processen gaan we namelijk uit van de eenmalige bouwkosten. Dit geeft een vertekend beeld. Bij circulair bouwen moeten we uitgaan van de lange termijn in de totale cyclus en de focus leggen op levensduurkosten en waardebehoud of zelf waardevermeerdering. Een andere benadering, innovaties op het gebied van levensduurverlening, het aangaan van samenwerkingsverbanden en kennisdeling zijn noodzakelijk om de circulaire transitie te stimuleren. Kortom om te komen van afval naar kringloop in de bouw- en installatiesector is nog veel te winnen.